Thursday, 20 September 2012

Voorjaarse klimtrip richting Furka Pas

De volgende tekst is geschreven door mijn klimpartner Jeroen Van Campenhout die samen met Stig Rossel, een oude bekende van de stage in La Bérarde, in het voorjaar van 2012 een klimtrip maakten in Zwitserland.


Vier opeenvolgende dagen vrij op het werk en tamelijk goed weer boven de Alpen, we zijn begin mei… Een mens zou voor minder dromen over een mooi voorjaartripje en wat graniet aan de vingers. Al bij al was dit eigenlijk een last-minute plan. Wie kan er nu snel vrij krijgen op het werk? Het verlengde weekend van 1 mei was juist gepasseerd… Na wat rond te mailen en plannen voorstellen, vond ik een klimpartner, Stig. Een vriendelijke man uit de Westhoek, jawel die mensen die de liedjes van Flip Kowlier met weinig moeite verstaan en dit terwijl het in mijn oren één of andere Slavische taal lijkt… Soit, ik kende Stig als deelnemer van een alpien klimkamp vorige zomer in La Bérarde, onder leiding van Bart Overlaet en Koen Hauchecorne. Een week waar er goed geklommen werd en mijn band met hem wat inniger werd toen we samen in een zwaar onweer verzeild raakten. Na het klimmen van  onze route zochten we ons suf naar de rappelstand zonder resultaat. Wanneer we het onweer snel zagen naderen, als gigantische grijze gordijnen, besloten we om af te dalen in de geklommen route (Camox op Tète Blanche). De eerste rappel verliep vlot maar daarna zat ons touw vast en dat zelf na twee maal opprusikken. Het bleef steeds klem zitten. Zodoende kregen we een zwaar onweer over ons dak en niet veel later werd het donker. Na wat flitsen met mijn camera konden we toch gelokaliseerd worden en kwam de bergredding ons uit deze peniebele situatie halen, zonder erg weliswaar… Zo hadden Stig en ik toch een speciale band en beloofde we elkaar plechtig veiligheid op de eerste plaats te zetten, gevolgd door amusement en genieten.

 

De rit ging naar Zwitserland, meerbepaald naar de Furka Pas, welke boven  Göschenen ligt. Alles verliep vlot, even tegengehouden door de douane aan de Zwitserse grens welke ons op een norse manier uithoorden over wat we kwamen doen en 40 euro lichter door de aanschaf van een vignet kwamen in het donker aan op de Furka pas. Muisstil was het daar, de enigste bewegende zielen waren magere zwerfkatten die de strenge winter overleefd hadden. Begin mei, het tussenseizoen was nog volop bezig, alle huizen en het Tiefenbach Hotel lag er verlaten bij. We pakten onze rugzakken om drie dagen in het winterraum van de Albert Heim Hütte te vertoeven. Optimistisch als we waren dachten we dat het vinden van de hut in het donker, zonder kaart toch niet zo moeilijk kon zijn, er stond slechts een dik uur aangegeven… Maar na een uur sneeuwploeteren hielden we het voor bekeken en plantten we onze tent neer op een sneeuwvij stukje gazon, nog geen hut gezien… Even eten, een pintje drinken, jawel ook dat zat in de rugzak, vier halve liters Duitse pils, twee Vedetten en drie liter wijn, we gingen toch genieten? Na een goede nacht werden we wakker, stralend weer! Snel ontbijten, inpakken en opkrassen die handel! Na drie uren van zwoegen, zweten, gokken en missen kwamen we haast uitgeput aan de hut, heel de weg was één grote improvisatie en elke stap zakte we diep weg. Dit was precies een sneeuwrijke winter voor de Zwitserse Alpencoté en ja ook aan het balen dat mijn toerski’s al op zolder lagen. Ik had ze het vorige weekend nog goed gebruikt tijdens een vierdaagse toerski in Oostenrijk, jammer dat ze niet weer aan men voeten hingen…

Eens boven stelde we onszelf toch enkele vragen: ligt er niet wat TE veel sneeuw? Loont het om weer te zwoegen in papsneeuw naar het begin van een rotsroute? Het warme weer zorgde er immers voor dat alles wat begon te schuiven, her en der verschoven kleine plakken sneeuw zich naar een betere plaats. Dan maar wat korte routjes klimmen onder de hut, we amuseerde ons kostelijk maar toch jammer dat we ons grote object: “Graue Wand” met zijn bekende Niedermann moesten opbergen. Naart het schijnt een prachtige route, geopend door Werner Sieber in 1964, daarnaast loopt nog de zwaardere “Eisbrecher”, geopend door de gebroeders Remy. Een route waarin je best 6c beheerst en de nodige friends weet te plaatsen.

Toch hadden we na een lange winter weer graniet gevoeld en het deed deugd, aan de hut een Vedett gedronken die heel de dag in de sneeuw op temperatuur kon komen, genieten!

Gans alleen waren we in hut en wat een paleis! In winter raum stonden tien bedden, tafels stoelen, een vuurtje, een haard met hout, borden, bestek, een kleine frigo met drank,… Waauw, hier wilden lang blijven! Maar al snel besloten we het paradijs de dag er na te verlaten en elders te klimmen, zonder al die sneeuw. Zo dus bereidden we een heerlijke verse (!) spaghetti, ja ja, verse groenten zaten in de rugzak en genoten we weer van wat bier en werd de rugzak de dag erna voelbaar lichter.

Na een zalige nacht was het tijd om afscheid te nemen van ons paleis, maar één ding stond vast, het is ginds fantastisch mooi en Graue Wand, we komen terug!

 

In Göschenen vonden we enkele mooie routes, auto langs de weg parkeren en een kwartiertje aanlopen onder een warme voorjaarszon. Enigste minpuntje, honderden auto’s en motors zoefden de Furka op en af. Al snel zaten wij hoog in Diagonale, 300m lang en 6a max, een zeer fijne route waarin dal en korte dièdres elkaar afwisselden. Het uitzicht was fenomenaal en het klimmen ging erg goed. Jammer genoeg konden we laatste lengte niet klimmen wegens te veel smeltwater, hier hadden we vroeger in de route soms ook last van…

Rapellen dan maar en om er toch nog niet de brui aan te geven klommen we nog de eerste lengte van Fire, een mooie 5b, de volgende lengte, een 6b dal lieten we links liggen en na wat improvisatieklimmen naar de volgende relais kwamen we aan de relais. Niet veel later erg voldaan aan de auto en hop weer weg met een tussenstop in’t café van Göschenen.

 

De volgende dag zouden we, op aanraden van enkele lokale gidsen, naar de Göscheneralp gaan, al waarschuwden ze ons wel voor slecht weer… Onze tent plantten we onderweg ergens neer naast een riviertje met wederom een formidastisch uitzicht! Een kattenwaske en een stevige maaltijd later zaten we mijmerend met een glas wijn voor de tent, het weer zag er nog goed uit…

Gewekt door getik op de tent… Shit het regent! Weg mooie zichten, alles zat in de mist. Dan maar even wandelen naar de Göscheneralp. Daar troffen we de eigenaars van de camping aan die ons vertelden dat er deze winter zoveel sneeuw lag dat hun grote bungalow niet meer zichtbaar was… Normalerwijze was hun camping al lang open, nu lag er nog een hoop sneeuw. Na wat twijfelen en weerplannen checken, besloten we Zwitserland te verlaten en richting Berdorf te bollen. Om middernacht kwamen we er aan en zeven uur later werden we gewekt door gekef van allerlei hyperkinetische honden. Bleek dat daar op het voetbalveld een hondenshow door ging… Tja, snel opstaan en klimmen maar. Een hele dag klommen we op het gemak mooie en minder mooie routes met als schoonste pareltje “Bibi” een 6b+ met veel variatie. Een zalig dagje zandsteen klimmen onder een warm zonnetje… Spijt dat we niet langer konden blijven.

We hadden over de ganse lijn gezien niet zo veel geklommen maar het was een prachtige trip geweest in goed gezelschap, we hebben geklommen, genoten en gelachen in een mooi stukje Zwitserse natuur en eindigde onze trip met dezelfde gedachten: wanneer vertrekken we terug richting Graue Wand??? 

 

Info:

Göschenen en de Furka pas liggen op ongeveer 700 km rijden van Brussel en vlot bereikbaar. Let wel op wegenvignet verplicht en kost je 40 euro voor een jaar. Er zijn onnoemelijk veel klimmogelijkheden.

Een schitterende topo is: Schweiz Plaisir Ost van Filidor, zeer duidelijke tekeningen en gedetailleerde info. 

Wij bivakkeerden steeds op idyllische plaatsen, maar voorts Hotels en campings genoeg.
 
©JeroenVC

©JeroenVC


©JeroenVC

©JeroenVC
©JeroenVC


©JeroenVC
©JeroenVC

©JeroenVC

©JeroenVC


©JeroenVC

©JeroenVC

 

No comments:

Post a Comment